Platgedrukt of hoe school wordt ervaren

20180311_151605

Makkieland

Ooit vroeg ik aan een gymnasiumklas, die ik destijds lesgaf, wie last had gehad van verveling op de basisschool. Ik was zojuist uit de klas geroepen, omdat de leerkracht van mijn dochter had gebeld. Of ik haar op kon komen halen, want ze had buikpijn. Ik wist wel waar die buikpijn vandaan kwam. Toen ik daarna die vraag in mijn klas stelde, gingen alle vingers omhoog. Allemaal….! En de kinderen buitelden over elkaar heen met hun verhalen en praatten met opgewonden stemmen: het zat ze nóg hoog.

Dat is jaren geleden. Nu heb ik dit soort kinderen in mijn plusklas. En ik hoor de verhalen nog steeds. Zoals vorige week. Ze waren Makkieland aan het tekenen en Finn* had direct als eerste geroepen, dat in Makkieland geen school was. Ik luisterde naar het gesprek van de kinderen. Ze vertelden elkaar al tekenend hoe hun Makkieland eruit kwam te zien. Op een gegeven moment kwam die school weer langs. En ik vroeg:

“Wat is er nou zo stom op school, Finn?”

“Ja,” zei Sem van 5 jaar: “dat is de vraag!”

Finn: “Maar, jij zit nog in de kleuterklas.”

Linde (net als Finn 8 jaar en beide in groep 5): “Ik mis de onderbouw…”

Finn: “Toen leerde je helemaal niks!”

Linde noemde een aantal dingen op, die ze in de kleuterklas deed.

Sem: “Ja, ik heb ook schrijfdans, dat is te makkelijk!”

Ik onderbrak het gesprek en zei: “Dat is raar, Finn en Linde vinden school niet leuk, terwijl Sem juist (versneld) naar groep 3 wil en graag wil leren!”

Linde reageerde ietwat verontwaardigd: “Maar als je er drie jaar zit, dan voel je je echt wel een beetje platgedrukt!”

En Finn kwam belerend met: “Sem, als je in groep 5 zit, dan mag je niet meer spelen. Dan móet je heel veel en dan moet je ook dingen af hebben.”

Finn: “Ik haat taal”

Linde: “Vooral op dinsdag. Dan is er instructie”

Het gesprek gaat nog een poos door. Sem laat zich er niet door van de wijs brengen.

Sem: “Leren is leuk!”

Finn: “Leren is saai!”

Dit soort gesprekken beluister ik wel vaker. Ik vraag dan wel eens of ze bij mij op de plusklas niets leren. Maar het woord ‘leren’ is in hun ogen voor iets anders bestemd dan de activiteiten, die ik in de plusklas aanbied.

Bij coaching gaat het vergelijkbaar. De eerste keer dat Maarten langs kwam, deden we het Coachee-spel. Hij trok een kaart met de vraag “Wat is het belangrijkste dat je anders wil? En wat is daarvoor nodig?” Het was even stil en toen zei hij: “O, dat is een moeilijke vraag.” Dat tweede deel namelijk, dat wist hij echt niet, want dat kon niet… Hij keek gepijnigd en wachtte even, weifelend of hij de eerste vraag wel zou beantwoorden. En toen met een lachje naar zijn moeder zei hij boud: “Nooit meer naar school hoeven!” Hij schrok ervan dat hij dit had durven zeggen, want hij liet het direct volgen door: “Het valt wel mee. Het is best wel leuk. “ Maar het valt niet echt mee. Afgelopen week sprak ik met Maarten over hoogbegaafd zijn. Ik vroeg hem wat dat voor hem betekende en hij antwoordde dat je dan in veel dingen erg goed bent. Hij vertelde dat hij het wel leuk vond om goed te zijn, maar niet om hoogbegaafd te zijn, want dan krijg je extra veel huiswerk op school. Ik keek hem niet begrijpend aan. Hij zei: “Ja, dan krijg je een plusmap, die je óók nog helemaal moet doen!” En in zijn geval zitten daar nog meer werkschriften en blaadjes in. Maarten: “Als ik aan het werk moet, heb ik in mijn hoofd allemaal spelletjes klaar liggen.” Het is geen wonder dat hij dan niet zo hard vooruit komt.

Laatste voorbeeld: fragmenten van een filosofisch gesprek in de plusklas toen we het project ‘Tijd’ hadden. Ik had voorgelezen uit het boek ‘Olifant en de tijdmachine’. De kinderen zijn tussen de 6 en 8 jaar oud.

Irmgard: Vraag van olifant: ben je gelukkiger zonder tijd?

J: Maakt mij niet uit.

L: Ik ben gelukkiger als de tijd sneller gaat: ik wil getrouwd zijn!

J: En in het weekend?

L: In het weekend wil ik dat de tijd zo langzaam gaat als een slak.

J: Dan wil ik dat de tijd stil staat.

L: Als de slak een meter heeft gehaald…

J: dan is er pas één seconde voorbij

 

J: En een schooldag dan wil ik dat de tijd supersnel gaat

L: Ja

J: Behalve op dinsdagochtend

Irmgard (nieuwsgierig): Want wat is er op dinsdagochtend?

J: Plusklas!

Irmgard: O ja, tuurlijk.

L: Als de slak dan de eerste centimeter voorbij is, dan is er al een hele dag voorbij.

 

Irmgard: Olifant zei: ik smijt de tijd weg. Kan je tijd wegsmijten?

J: Nee…

L: Maar wel een klok…. maar de tijd niet!

M: Maar als je alle klokken doet….?

L: Als je alle klokken doet, dan weet niemand hoe laat het is. Dus als je dan op school zit en ze zeggen, dat je tot kwart over drie op school moet zitten, en dan zijn alle klokken weg en dan weet je niet meer hoe laat het is, en dan zeg je: “Het is tijd om naar huis te gaan!” en dan ben je net één seconde op school.

Irmgard: Het is wel een goede opmerking die M. maakte, want als iedereen nou de tijd wegsmijt, als we nou over de hele wereld afspreken dat we alle klokken stil zetten, bijvoorbeeld alle klokken op 12 uur en de batterijen eruit of we winden de klokken niet meer op…

J: Dan is het altijd 12 uur! Dan moeten we superlang op school blijven!..

L: O nee, dat moet je dan precies in het weekend doen, dan hoef je noooooit naar school en dan lekker opblijven de hele dag. O nee, want dan blijft het de hele tijd 12 uur, 12 uur in de nacht.

Het ging nog een poos door. Ze schoten voortdurend in de lach om hun eigen verzinsels. Ik vind het altijd weer schokkend om te zien, hoe erg de weerzin van kinderen is geworden tegen school en tegen leren. Het woord ‘leren’ roept zo’n aversie op, dat elke reflectie hierop met hen op verzet stuit. Als al het leren stom is, moet er gekeken worden naar waar het kind gelukkig van wordt. Eerst de motivatie, dan pas weer praten over leren.

Zullen we alstjeblieft nu eindelijk eens dat onderwijs hervormen? Ze kúnnen namelijk zoveel plezier hebben, zelfs als er wordt lesgegeven. Als je ze maar de ruimte geeft. De ruimte – zodat ze niet worden platgedrukt. Hoe treffend had Linde dit gezegd!

*Namen van kinderen zijn geanonimiseerd